In het Engelstalige Doopsgezinde tijdschrift Mennonite Quarterly Review is een artikel van Marius van Hoogstraten verschenen: “The Anabaptist Moment: Improper Beginnings, Ecclesiopolitical Decisions, and a Nonviolent Sovereignty.”
Het artikel kijkt met filosofische blik naar één van de beginpunten van de doperse beweging in de zestiende eeuw: de wederzijdse doop van Conrad Grebel, Felix Mantz, en Georg Blaurock in Zürich in 1525. Want kan dat eigenlijk zomaar, de kerk opnieuw beginnen? En hoe doe je dat dan? De kroniekschrijver geeft toe dat het eigenlijk een beetje een geïmproviseerde oplossing is: eerst doopt Grebel Blaurock, en dan Blaurock de rest – inclusief Grebel. Zo hoort het natuurlijk eigenlijk niet, dat weet de kroniekschrijver ook wel: Eigenlijk mogen alleen gedoopte én geordende prekers een doop uitvoeren. Maar ja – soms moet je eerst eventjes beginnen, voordat je behoorlijk kunt beginnen…
Gek aan deze kroniek is vooral ook dat ie nogal sober is. Je zou verwachten dat de kroniekschrijver nog wel een plaatsje vindt voor een hemelse interventie: een profetisch visioen, iemand die in tongen spreekt, zoiets. Maar niets ervan. Volgens mij blijft de kroniek daarmee trouw aan een wezenlijk punt van die dopers: Geloven is altijd ook een vrije, menselijke en daarmee ook riskante en onzekere keuze. Als Jezus eventjes zelf was verschenen, daar in die woonkamer in Zürich, was er van die onzekerheid natuurlijk weinig overgebleven.
Volgens mij is dit moment juist daarom ook een sterk beeld voor wat we überhaupt doen als we met elkaar kerk proberen te zijn: Want we zijn eigenlijk telkens opnieuw aan het beginnen, vaak niet helemaal zoals het “eigenlijk” hoort. De hemelse uitnodiging waar we op antwoorden dient zich meestal maar stilletjes aan, en laat het harde werk, dat de kerk “echt” maakt, over aan mensenhanden.
Hier het hele stuk lezen (Engels).
On a winter night in 1525, several people gathered in a home in Zurich, prayed, and then baptized each other. The event solidified their breach with the reformer Ulrich Zwingli and, in an important sense, marked the beginning of the Swiss Anabaptist movement. …
Yet despite its prominence, a theoretical reading of this “Anabaptist moment,” as I will call it, is far from straightforward. On the one hand, it reads as a founding event. The participants are not merely reforming or splitting off from an existing church community; they are, in this moment, starting over. In so doing they are not just founding the Anabaptist movement but in a deeper sense “re-beginning” the church after centuries of interruption. Yet on the other hand, how could anyone ever do such a thing—begin the church again?