Er was eens een professor, die wilde weten wat vrijzinnig geloven betekende. Dus nodigde hij schrijvers uit om over namen en thema’s te schrijven die ze voor hun vrijzinnige geloofsbeleving van belang achtten. De oogst was overweldigend. Een grote stapel artikelen, lemma’s, essays, bijdragen en beschrijvingen verzamelde zich op zijn bureau. Maar het was niet de hoeveelheid, het was de diversiteit aan benaderingen die alle verwachting te boven ging.
Chris Doude van Troostwijk ziet in deze ervaring de bevestiging van een idee waarmee hij al langer speelt. Theologie lijkt, zeker in vrijzinnige contreien, de richting van esthetiek en inventiviteit in te slaan. Vrijzinnig geloven en denken vraagt om individuele emancipatie en creativiteit. Blijkbaar is er een veelheid van vindplaatsen die de gelovige helpt om zijn of haar eigen theologie te maken. Zo gaat overigens alle theologie te werk, of ze het nu wil toegeven of niet: telkens hernemen, herschikken, omvormen en uitvinden om te actualiseren. Alleen in de vrijzinnige tradities ligt de verantwoordelijkheid voor het denkend geloven niet bij het kerkelijk instituut of bij geleerden uit de universiteit. « Sapere Aude », schreef Immanuel Kant: « Mens, durf wijs te zijn en je eigen verstand te gebruiken ». Als variatie daarop zou boven de vrijzinnige stijl een banier kunnen hangen met daarop « Aude Credere »: durf te geloven op zo’n manier dat je persoonlijk kunt instaan voor wat, hoe, waartoe, met wie en waaruit je gelooft.
Uit de grote stapels inzendingen werd een verzameling van heel diverse en toch ook weer convergerende bijdragen. Nu wordt daaruit een boek gemaakt: « Vindingrijk Geloven. Handboek voor Vrijzinnige Zelfverantwoording » (werktitel). Met redactiesecretaris Gerke van Hiele, opgevolgd door Lida van Dijk, en met de redacteuren, Berthe van Soest, Bert Dicou en Marius van Hoogstraten is Doude van Troostwijk aan het werk getogen. Het team wordt daarin bijgestaan door uitgeverij Skandalon.
« Vindingrijk Geloven » onderzoekt, in het eerste deel, de ‘ins and outs’ van inventieve theologie. Er wordt daarbij teruggegrepen op de cultuur van de retorica, die in de tijd van de Humanistische Renaissance het vrijzinnige denken vorm en stijl gaf. In de retorisch-inventieve grondhouding – met de daarbij behorende filosofische consequenties – liggen de oorsprong, de eigenheid en de toekomst van de vrijzinnigheid. Boek twee biedt een verzameling “exempla”, verhalen over en gedachten van inspirerende mensen die vrijzinnig-inventief geloven en denken hebben gevoed en nog steeds voeden. Boek drie reconstrueert in negen stappen het retorische traject, de stappen om te komen tot een weloverwogen en aansprekend betoog. In dit geval: stappen die leiden naar inventief en autonoom theologiseren. Want verlicht geloven vraagt erom dat de mens uittreedt uit de religieuze en spirituele onmondigheid die hij vooral aan zichzelf te danken heeft.
Chris Doude van Troostwijk, Vindingrijk Geloven, verwacht 2025